Plaats muis hier even voor: De paria uit Samaria
Sinds een paar maanden waren ze met tien man. Precies een minjan1, genoeg om een dienst in de synagoge te beginnen. Maar dat zou nooit gebeuren, want zij hadden de vereiste twee torarollen niet2. En die zouden ze ook nooit krijgen. Zij waren paria’s, buiten de maatschappij geplaatsten3 vanwege huidvraat4. De uiterst besmettelijke bacteriële5 schimmelinfectie6. Erger nog, het was Gods straf op zonde met de tong7. Mirjam kreeg immers huidvraat toen zij in de woestijn rebelleerde tegen Mozes8 en Gehazi toen hij loog tegen Naäman en Elisa9.
Straf op zonde met de tong. Dat was het meest erge van huidvraat. Want ook al was je genezen en had de priester verzoening10 over je leven gedaan11, de zonde van je tong bleef je achtervolgen. Wie zou jou ooit weer vertrouwen of in vertrouwen nemen? In welke synagoge zou je ooit weer een volwaardige plaats tegemoet kunnen zien? Je kon misschien maar beter een eigen kerk beginnen.
Wat hun aantal betreft konden zij dat dus wel. Precies een minjan. En toch niet. Eén van hen was een Samaritaan. Hij was als laatste bij de groep gekomen. Eigenlijk zagen ze hem liever gaan dan blijven. Joden gaan immers niet met Samaritanen om12. Maar huidvraat breekt wet. De man was goed bekend in het grensgebied met Samaria13 en dat bespaarde hen heel wat moeite om aan eten te komen. Voor de rest was hij wat hun betreft een paria onder de paria’s. Dat bleek wel toen Jezus door hun leefgebied trok. Zou Hij speciaal voor hen gekomen zijn? Om hen van hun huidvraat te genezen? Zoals die man in Kafarnaum14? Kwam Hij echt voor hen?
Nee dus. Hij zag hen niet eens staan toen Hij het dorp wilde binnengaan15. Zo hard ze konden begonnen ze te schreeuwen. Kyri-eleis, Heer erbarm u over ons16! Dat hielp, Jezus zag hen en, dichterbij gekomen, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priester laten zien’17. Toen gebeurde er een groot wonder. Niet dat ze van het ene op het andere moment genezen waren. Wel omdat zij geloofden dat zij genezen zouden zijn zodra zij bij de priester waren. Ze geloofden en vertrouwden Jezus! Wat een wonder!
Vlug gingen ze op pad. Jeruzalem was nu niet bepaald naast de deur18. Onderweg gebeurde een tweede wonder: ze waren genezen19! Geen huidvraat meer. Niet langer meer in afzondering leven, gescheiden van gezin en kerk. Verstoorde relaties weer hersteld! De reinigingsperiode van zowat twee weken duurde hen haast te lang20. Maar je moest wel. Verzoening over je leven ontvangen21. En dan… naar huis!
Behalve de Samaritaan. Hij ging terug naar Jezus. Luid zingend: ´Heer waar dan heen, tot U alleen´. Hij wist wie werkelijk verzoening over je leven kon doen. Als enige van hun minjan22! Beter één melaatse bij Jezus terug dan tien bij de priester. Want voor Jezus bestaan geen paria’s23!
Voetnoten:
1 Een minjan is een groep van 10, volgens de Joodse wet volwassen, mannen. Dus allen dertien jaar of ouder zijn en hun bar-mitswa hebben gedaan. Zodra dit minimale aantal van 10 mannen bijeen is, kan de dienst in de synagoge beginnen. Bij sommige liberale Joden van onze tijd is het ook toegestaan dat vrouwen meegeteld worden om de minjan te completeren.
2 Volgens de Joodse traditie moeten tenminste twee tora-rollen aanwezig zijn. De lezing van de tora is een wezenlijk onderdeel van de sabbatsviering in de synagoge.En het uit de Arke halen van de tora-rollen is een hoogtepunt van de dienst.
3 Leviticus 13,45-46
4 Huidvraat (in eerdere vertalingen vertaald met melaatsheid) is niet een soort lepra. Lepra is een ziekte van een andere tijd en continent. In tegenstelling tot lepra kan je van huidvraat soms redelijk genezen Leviticus 14,1-3) zonder misvormde handen en voeten ervan over te houden.
5 Leviticus 13,18-20
6 Leviticus 14,34 en 37
7 Sommige Joden dachten dat je huidvraat kreeg als gevolg van de werking van demonische machten. Job kreeg immers zweren op zijn lichaam toen de duivel vrij spel met hem kreeg (Job 2, 6-7). Maar het omgekeerde was eerder waar. Door de gedwongen afzondering kréég de duivel vrij spel in jou.
8 Numeri 12,8-10
9 2 Koningen 5,20-27
10 Verzoening gaat veel verder dan vergeving. Bij verzoening worden de relaties weer hersteld. Zo was de verzoening door de priester na melaatsheid vooral bedoeld om de relaties weer te herstellen! Weer helemaal opgenomen in maatschappij en kerk.
11 Leviticus 14,18b-19a
12 Johannes 4,9b
13 Lucas 17,11
14 Mc 1,40-45
15 Lucas 17,12
16 Lucas 17,13
17 Lucas 17,14a
18 Dr. Jakob van Bruggen veronderstelt in Lucas, Het evangelie als voorgeschiedenis (p.317) dat de mannen de priester in Jeruzalem moesten opzoeken
19 Lucas 17,14b
20 Leviticus 14,9-20
20 Leviticus 14,18-19
22 Lucas 17,18
23 Lucas 17,19