Klik hier om terug te gaan naar het artikel met voetnoten

De schoonmoeder van Petrus. 

Natuurlijk had ze wel een naam. Maar hoe ze heette was voor latere Bijbellezers niet zo belangrijk. Wel wat er met haar was gebeurd. Niet lang na de dood van haar man was ze bij haar dochter gaan wonen. Konden ze elkaar tot steun zijn. Beiden in hun verdriet. En haar dochter als ze het weer eens moeilijk had met het lastige karakter van Petrus.

O nee, aan liefde kwam ze niets tekort. Maar zo innig Petrus haar in zijn hart gesloten had, zo consequent  leek hij ‘eerst denken dan doen’ uit zijn gedrag te hebben verbannen. Bij alles en altijd was hij haantje de voorste.

Tot hij een haan eens echt hoorde kraaien. Toen werd hij ineens een heel ander mens. Nadien trad hij nog wel eens op de voorgrond. Maar nooit meer uit impulsiviteit. Wat een enkel woord of blik van Jezus kon uitwerken!

Dat had ze trouwens zelf ook mogen ervaren. Eens op een sabbat, het was nog in de beginperiode van Jezus’ optreden, was ze doodziek geweest. Werkelijk doodziek. Haar dochter had heel stil naast haar bed gezeten met een beetje water de brand op haar voorhoofd en lippen blussend. Aan de sabbatsmaaltijd dacht ze niet. Petrus zou daarover wel mopperen zodra hij uit de synagoge thuis kwam.

O, daar was hij al. Niet alleen. Natuurlijk niet. Petrus nam altijd Andreas en alleman mee. Zelfs nu zij zo ziek was. Maar niks geen gemopper. En geen druk gepraat. Ook de vreemde stemmen klonken gedempt. Behalve Petrus. Die moest natuurlijk weer als eerste het luidste woord voeren. Of Jezus zijn schoonmoeder niet even beter kon maken}. Had hij weer niet nagedacht voordat hij wat zei. Jezus was toch een rabbi, geen arts!! Toch boog Jezus zich daarop over haar heen. Pakte haar handen vast, hielp haar overeind. En…. ging tegen de koorts praten. Niet gewoon! Maar kwaad, bestraffend. Of hij het tegen een crimineel had!

En toen…..  Weg was de koorts. Zomaar, ineens. Helemaal. Niks geen zweverig gevoel of matte moeheid. Zo fit als een hoentje was ze uit bed gestapt en had ze de sabbatstafel gedekt{. Kijk dat bedoelde ze nou. Als Jezus je geneest, geneest hij je helemaal. Zoals later die lamme man in Bethesda. 38 jaar was hij verlamd geweest. Een enkel woord van Jezus en hij kon weer lopen. Niet voetje voor voetje voorzichtig proberen. Geen maandenlange fysiotherapie! Niks van dat alles, hij sprong bij wijze van spreken gelijk een gat in de lucht.

En dan die blindgeboren man. Had nog nooit iets van de wereld gezien. Maar zijn wereld stortte niet in nadat Jezus hem het licht in de ogen gegeven had. Had geen enkele psychologische nazorg nodig omdat zijn wereld zijn wereld niet meer was.

Nee, als Jezus je beter maakt, maakt hij je helemaal beter. Voel je je niet alleen een ander mens, ben je een ander mens. Wedergeboren. Dat Nicodemus dat niet begreep.

Zij wel, voor latere Bijbellezers.