Klik hier om terug te gaan naar het verhaal met voetnoten
Andreas, de open brief
Andreas heeft nooit zoals Jakobus en Johannes een pastorale brief geschreven. Ook is een latere brief van iemand anders niet naar hem genoemd zoals men wel denkt dat gebeurde met de brief van Judas en tweede brief van Petrus. In de canon vindt je dan ook geen enkele brief of boek van hem. Toch waren hij, zijn broer Petrus en zijn vissersvrienden Jakobus en Johannes uit BetsaĂŻda de discipelen van het eerste uur.
Waarschijnlijk was hij zelfs de eerste discipel. Toch was hij als enige van de vier er niet bij wanneer er iets heel bijzonders gebeurde. Behalve die ene keer toen Jezus sprak over de eindtijd van Jeruzalem. Maar toen Jezus met Mozes en Elia op de berg over zijn eigen eindtijd sprak was Andreas er niet bij. Ook niet in de hof toen Jezus’ sterven heel reëel dichtbij was.
Het leek wel alsof Andreas niet helemaal bij het viertal van het eerste uur hoorde. Zelfs bij zijn broer Petrus leek hij in dat opzicht niet in tel te zijn. Want Marcus, nota bene de tolk-vertaler van Petrus, gaat er aan voorbij dat hij de broer van Petrus was. Terwijl Marcus zijn evangelie doorgaans toch precies aan de hand van de preken van Petrus opschreef. Het leek wel alsof Petrus Andreas’ naam niet of nauwelijks in zijn preken noemde.
En toch hoorde hij er wèl helemaal bij. Nee, niet op de voorgrond. Hij speelde, zoals men dat zegt, een tweede viool. Tweede violen hoor je niet zo goed als het hele orkest speelt. Tot ze niet meer spelen. Dan klopt er iets niet. Merk je dat er iets wezenlijks mist. Paulus zegt dat nog veel sterker: dat wat zwak lijkt is juist het meest belangrijke. En daarom kan je juist dat zwakke in de kerk niet missen.
En zo was het ook met Andreas. Hij mocht in de schaduw zijn werk doen. Uiterst belangrijk werk. Mensen bij Jezus brengen! Eerst Petrus. Dat was vlak nadat hij als eerste kennisgemaakt had met Jezus en ontdekt had dat hij de Messias was. Daarna dat jongentje met vijf broden en twee vissen, de bouwstenen voor het grote broodwonder aan het meer van Galilea. En wat te denken van die Grieken die zich bij de kerk wilden voegen! Voor hem begon het toen eigenlijk al duidelijk te worden dat het evangelie er is voor zowel de Jood als de Griek. Petrus was toen bij lange bij niet zo ver. Dat werd hij pas dat toen de afgezanten van de Romeinse centurio zich bij hem meldden nadat hij de verzameling dieren op het hemelse laken had gezien