Plaats muis hier even voor: Simeon, de man in de tempel
Iedere keer als hij Hanna in de tempel ziet raakt hij weer van haar onder de indruk. Nog maar zeven jaar was zij getrouwd toen in de bloei van haar leven haar man stierf1. Je zou denken dat zij opnieuw zou trouwen. Maar nee, zij heeft voor een celibatair leven gekozen. Dag en nacht dient zij de Heer met vasten en bidden in de tempel2 en geeft zij als profetes woorden van God door3. Geen wonder dat iedereen in Jeruzalem en ver daarbuiten Hanna kent.
Zo opvallend aanwezig en toegewijd als Hanna is Simeon niet. Toch lijkt hij wel een beetje op haar. Ook hij woont in Jeruzalem4 en komt regelmatig in de tempel. Niet alleen met Pesach, het Weken- en het Loofhuttenfeest zoals de Thora gebood5, ook met het Chanoekafeest6. Want hij verlangt zo naar de komst van de Messias7 en de vrede die Hij zal brengen8. Hoe vaak Simeon ook in de tempel komt, als profeet staat hij niet bekend. En ook over zijn leeftijd zwijgt de Bijbel9. Toch kennen velen in Jeruzalem hem als een vroom en integer mens. Meer nog: hij is vervuld van de heilige Geest10. Maar dat weet bijna niemand. Want de heilige Geest zal pas uitgestort worden nadat Jezus weer van de aarde naar de hemel is gegaan11gegaan. Jezus is nog maar net op aarde gekomen12, maar dat weet Simeon nog niet. Hij heeft weliswaar iets gehoord over herders uit Bethlehem, die een hemelse boodschap ontvangen zouden hebben13 over de geboorte van een Jezus14. Die zou de messias van God zijn15. Een dergelijke boodschap heeft hij ook eens gekregen16. Maar hij heeft daarbij, vanuit zijn traditie, aan een volwassen man gedacht17 die gezalfd is voor de ambtelijke dienst van God18.
Tot op een dag iets in hem hem dringt naar de tempel te gaan19. Als hij de Schone Poort is binnengegaan en in de voorhof van de vrouwen staat20, vallen hem de spiedende torens van de Anthoniaburcht21 vreemd genoeg niet eens meer op. Hij heeft alleen maar oog voor die jonge vrouw met haar man en hun pasgeboren baby22. Te oordelen aan hun kleding komen zij uit Galilea en hebben zij het financieel niet breed. Want de man heeft twee duiven bij zich voor het reinigingsritueel van de vrouw23.
Maar waarom hebben zij hun baby meegenomen? Is dat soms hun eerstgeboren zoon? Willen zij hem aan de HEER opdragen24? Daarvoor hoeven ze toch niet naar de tempel. Die vijf sjekel losgeld25 kunnen ze immers veel gemakkelijker aan de priester in hun dorp betalen. Zijn zij soms niet meer zo gewenst in hun dorp26. Of is hun baby zo bijzonder dat…
Opeens weet Simeon het! Dat kind is de Messias! God heeft woord gehouden! Zo vlug hij kan loopt hij naar de man en de vrouw. Hij neemt het kind in zijn armen en juicht het uit27. De Messias is gekomen28! Nu kan hij in vrede verder leven29. Nu zal het licht worden. Niet alleen voor Joden, ook voor heidenen. Halleluja!
1 Lucas 2,36
2 Lucas 2,37.
3 Lucas 2,36a,
4 Lucas 2,25a.
5 Deuteronomium 16,16.
6 Het Chanoekafeest had alles te maken met vrijheid. Ongeveer 2 eeuwen voor de geboorte van Jezus werd het Joodse volk onderdrukt door de Grieken en de tempel ontwijd nadat de Grieken daar varkens geslacht hadden. Het Joodse volk kwam toen in opstand. Na een bloedige strijd werd onder leiding van Judas de Makkabeeër Jeruzalem heroverd. Toen zij de tempel binnen gingen, zagen zij dat de Grieken daarin alles
vernield hadden. Onder leiding van de hogepriester werd toen de tempel weer in ere hersteld. De hoge menora die in de tempel stond, was door de Grieken omgegooid en moest weer recht gezet worden. Nadat dit gedaan was, merkten de priesters dat er geen oliekruiken meer waren, één van hen vond echter nog een klein kruikje, met daarin alleen nog maar genoeg heilige olie om de menora één dag te laten branden. De menora werd aangestoken en de tempel werd opnieuw ingewijd. De priesters wisten dat zij gauw op zoek moesten naar meer olie en tijdens dat proces hielden ze de Menora goed in de gaten. De volgende dag brandde de menora nog steeds, de priesters begrepen hier niets van. De dag daarop ook nog. Acht dagen lang, totdat er nieuwe olie was voor de menora. En zo werd Chanoeka het feest van het licht en feest van de vrijheid.
7 Lucas 2,25
8 Micha 5,3-4a
9 In de Bijbel wordt, in tegenstelling tot de profeet Hannah, de leeftijd van Simeon niet genoemd. Iedereen neemt aan dat hij een oude man was. God belooft hem immers door de heilige Geest niet te zullen sterven voordat hij de Messias gezien heeft (Lucas 2,26 ). En Simeon zegt, nadat hij de Messias heeft gezien, laat mij nu maar in vrede heengaan (Lucas 2,29 ). Toch zijn er mensen die veronderstellen dat Simeon niet per se een oude man in de avond van zijn leven is geweest (zie bijv. http://www.readwithopeneyes.blogspot.com/2005/12/how-old-was-simeon.html).
10 Lucas 2,25
11 De heilige Geest werd pas op Eerste Pinksterdag na Jezus’ hemelvaart uitgestort. Zo had Jezus dat ook tegen zijn discipelen gezegd. (Johannes 7,39} Toch waren er voor die tijd mensen die vol van de heilige Geest waren. In het Oude Testament lezen we bijvoorbeeld dat rechters (Mozes, Otniël, Jefta, Gideon en anderen), koningen (David) en profeten (Elia en Elisa) vol van de Geest waren.
12 Lucas 2,26
13 Lucas 2,8-
14 Lucas 2,11a
15 Lucas 2,11b
16 Lucas 2,26
17 Zie eerdere voetnoot Micha 5,3
18 'Messias’ betekent ‘gezalfde’. Bij de Joden is zalving een teken van goddelijke uitverkiezing. (Bron: http://www.katholieknederland.nl/abc/detail_object)
19 Lucas 2,27a
20 Lucas 2,28 verhaalt dat Simeon Jozef en Maria ontmoet en Jezus in zijn armen nam. Dat moet op de voorhof van de vrouwen geweest zijn. Vrouwen mochten in het tempelcomplex niet op de plaats komen het brandoffer altaar stond. Mogelijk dat de ontmoeting plaats vond op de trap naar de Nicanorpoort die toegang gaf tot de voorhof van de priesters.
21 Omstreeks 35 voor Chr. Heeft Herodes de Anthoniaburcht herbouwd. Omdat hij beducht was voor de politieke invloed van de hogepriesters van Israël wilde hij goed in de gaten houden wat er in de tempel gebeurde. In de Romeinse tijd was er tijdens de Joodse feestdagen altijd een cohort Romeinse soldaten in de burcht gelegerd die zich dan gewapend en zichtbaar opstelden. (Bron: Wikipedia)
22 Lucas 2,27b
23 Leviticus 12,3-7
24 Jozef en Maria droegen Jezus op aan God omdat Jezus het eerste kind van Maria was. Eerstgeboren kinderen moesten aan de Heer worden gewijd (Exodus 13:) In onze tijd heeft het opdragen van een kind een iets andere betekenis. Christelijke ouders die een kind opdragen beloven om alles te doen wat binnen hun vermogen ligt om het kind in een goddelijke manier op te voeden en voor hun kind te blijven bidden tot het zelf een besluit kan nemen over het volgen van God. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de ouders het kind christelijk op te voeden en te onderwijzen in de en uit de Bijbel En zij beloven voor hun kind een voorbeeld te zijn door christelijk en godvrezend te leven en vurig voor het kind te bidden. De belofte voor een christelijke opvoeding en voorbeeld is ook onderdeel van de doopbelofte van de ouders wanneer het kind gedoopt wordt.
25 Numeri 18.16
26 Jozef en Maria droegen Jezus op aan God omdat Jezus het eerste kind van Maria was. Eerstgeboren kinderen moesten aan de Heer worden gewijd (Exodus 13:) In onze tijd heeft het opdragen van een kind een iets andere betekenis. Christelijke ouders die een kind opdragen beloven om alles te doen wat binnen hun vermogen ligt om het kind in een goddelijke manier op te voeden en voor hun kind te blijven bidden tot het zelf een besluit kan nemen over het volgen van God. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de ouders het kind christelijk op te voeden en te onderwijzen in de en uit de Bijbel En zij beloven voor hun kind een voorbeeld te zijn door christelijk en godvrezend te leven en vurig voor het kind te bidden. De belofte voor een christelijke opvoeding en voorbeeld is ook onderdeel van de doopbelofte van de ouders wanneer het kind gedoopt wordt.
27 Lucas 2,28
28 Lucas 2, 30-
29 Lucas 2, 29