Het artikel kan je beluisteren door op te klikken Klik hier om terug te gaan naar het verhaal met voetnoten
De twaalfjarige Jezus in de tempel
Als de pelgrims uit Galilea na Pesach weer naar huis gingen, zocht de jeugd elkaar al vroeg in de morgen op. Zij zouden wel op eigen gelegenheid gaan. Een paar honderd meter achter het reisgezelschap. Lekker uit zicht van hun ouders en ooms en tantes.
Jozef en Maria maakten zich dan ook geen zorgen dat zij Jezus in alle drukte bij hun vertrek niet hadden gezien. Ook niet toen zij hem onderweg niet hadden opgemerkt. Dat werd anders toen zij na ruim negen uren in Jericho waren aangekomen. En Jezus nog steeds niet in geen velden of wegen te vinden was. Hoe zij ook zochten en hoe zij ook riepen, Jezus kwam niet opdagen. De angst sloeg hen helemaal om het hart toen bij navraag bleek dat niemand Jezus had gezien. Niet toen ze uit Jeruzalem vertrokken, niet onderweg en niet bij aankomst in Jericho.
Was Jezus soms in Jeruzalem gebleven? Om in de tempel onderwijs uit de Thora te ontvangen? Als voorbereiding op zijn Bar Mitswa over een paar maanden als hij dertien jaar zou worden. Jezus verlangde ernaar Bar Mitswa te worden, zoon van de wet. Of, zoals het letterlijk ook betekent: Zoon van de daad. Zou hij daarom in Jeruzalem gebleven zijn? Maar waarom had hij daarover dan niets gezegd? En waar sliep hij ‘s nachts? Bij Maria’s nicht Elisabeth en haar man Zacharias in Ein Karem?
Intussen was het voor Jozef en Maria te laat geworden om naar Jeruzalem terug te gaan. Eerst maar even slapen. Maar van slapen kwam niet veel. Doodmoe begonnen Jozef en Maria de volgende dag de reis terug naar Jeruzalem. De 40 kilometer vaak stijgende weg kostte hen uren en uren. Pas toen het zowat donker was kwamen ze in Jeruzalem aan. Gauw dus naar Ein Karem, naar Elisabeth en Zacharia. En Jezus! Maar Jezus was daar niet! Waar was hij? Soms toch in de tempel zoals sommige leerlingen wel meer deden?
Zo gauw ze konden gingen Jozef en Maria de volgende dag daarom naar de tempel om Jezus daar te zoeken. En……. vonden hem. Bij de Schriftgeleerden. Eén en al oor en aandacht voor wat de leraren hem zeiden en vroegen. En die leraren net zo! Zij stonden zelfs versteld over Jezus’ inzicht en zijn antwoorden. Alsof hij al bar mitswa was!
Maar Jozef en Maria stonden helemaal niet versteld. Waren ontsteld. Boos zeg maar. Ja zo gaat dat soms met ouders die in angst over hun kind zijn. Angst vindt dan een uitlaatklep in verontwaardiging of boosheid. Ontzet verweet Maria Jezus: ‘Wat heb je ons aangedaan, je hebt ons drie dagen in angst laten leven!’ Jezus’ antwoord maakte het er echter niet beter op: ‘Waarom hebt u naar mij gezocht? Wist u dan niet dat ik in het huis van mijn Vader moet zijn?’ Daar snapten ze helemaal niets van. Toch bewaarde Maria dat alles in haar hart. Pas veel later begon ze begrijpen wat het voor Jezus betekende Bar Mitswa te zijn. Zoon van de wet, man van de daad! Daden doen in eigen verantwoordelijkheid. Zoals hij het had geleerd en wilde doen: Als je een daad, een mitswa kunt doen doe het dan zelf, zodra het kan en met vreugde.
Dat begreep Maria meer en meer tijdens Jezus’ optreden.
Toen zijn bar mitswa tekenend was voor zijn woorden, voor zijn wonderen.
Bepalend was voor zijn lijden, zijn dood, zijn opstanding.
Ook die mitswa’s deed Jezus zelf, zodra het kon, met vreugde en met liefde.
Ook voor ons.
Duizend, duizend maal o Heer, zij U daarvoor dank en eer!